De Groot dankbaar voor jaren bij NEC: "Rood, groen, zwart zit in je bloed" 

donderdag, 6 november 2025 (12:07) - ForzaNEC.nl

In dit artikel:

Ron de Groot, sinds 1975 verbonden aan NEC, neemt langzaam afstand van het dagelijkse werk in De Goffert maar blijft de club nauwgezet volgen vanaf de tribune. Van de vijftig jaren die volgden op zijn komst als jeugdspeler was hij 46 jaar actief in uiteenlopende functies bij de Nijmeegse club: eerst als speler, later jarenlang in de technische staf. Nu bereidt hij zich voor op een symbolisch afscheid tijdens NEC’s 125-jarig jubileum, wanneer hij voor het laatst op de bank zal zitten — tegenover een oude bekende, Mario Been.

Zijn NEC-carrière begon als tiener na een overgang van Blauw-Wit. De Groot doorliep de jeugd en groeide door naar de A-selectie; in die periode speelde hij regelmatig twee wedstrijden in één weekend, iets wat hij als mentale en fysieke vormingsperiode omschrijft. Als speler beleefde hij hoogtepunten, zoals Europees voetbal waarbij NEC het opnam tegen grootmachten als FC Barcelona, en die wedstrijden staan hem nog helder voor de geest — zowel vanwege de sfeer in De Goffert als de beleving in het uitstadion met opvallend dik gras.

Blessures bepaalden echter voor een groot deel zijn speelcarrière. Ondanks zijn kwaliteit stopte hij als prof al relatief vroeg; meerdere operaties aan enkels en voeten leidden tot een vroegtijdig einde rond zijn 28e levensjaar. Daardoor kwam hij niet aan de aantallen wedstrijden die andere clubiconen bereikten, maar zijn verbondenheid met NEC hield aan.

In 1992 keerde De Groot terug als trainer/assistent met diploma’s op zak. De daaropvolgende 33 jaar in de technische staf zagen hem in diverse rollen: assistent, interim-hoofdtrainer bij nood, vertrouwenspersoon voor verschillende hoofdtrainers en spil in periodes van succes én gedoe. Hij zegt niet per se hoofdtrainer te willen zijn — de constante publieke aandacht en het thuiskoppel zijn redenen waarom hij liever op de achtergrond werkt — en vervulde daarom vaker een steunfunctie. Hij noemt de langere, hechtere samenwerkingsverbanden uit het verleden als prettig contrast met de huidige trend dat coaches hun eigen staf meenemen en snelle wisselingen gangbaar zijn.

Als staflid maakte De Groot enkele van NEC’s mooiste momenten mee: directe Europese plaatsing onder Johan Neeskens, sensationele thuismatchen zoals tegen Udinese, en een bijzonder succesvolle periode met Mario Been in 2008. Tegelijkertijd weet hij ook hoe zwaar het kan zijn als degradatie dreigt; die keerzijde hoort bij het vak en raakt hem net zo. Zijn aanpak kenmerkt zich door nuchterheid, eerlijkheid en betrokkenheid bij de lokale gemeenschap van spelers en medewerkers.

Nu hij minder aanwezig is, geniet De Groot van het spectator-zijn: hij zit bij thuiswedstrijden op de tribune, volgt uitduels op tv en ervaart minder druk dan voorheen. Zijn band met NEC blijft diepgeworteld — “NEC is mijn club” — en hij zal waarschijnlijk in een stillere, meer ondersteunende rol bij de club betrokken blijven. Een uitgebreider terugblik-interview verschijnt nog als tweede deel in aanloop naar de jubileumwedstrijd.